Hieronder een indeling naar deelgebieden binnen 'de theologie' (vet gedrukt) en wat daarover mijn standpunt is:
Domein | Standpunt | Toelichting |
Kosmologie / Protologie (leer over het ontstaan van de wereld (kosmos), de eerste (proto) dingen) |
Het verslag in Genesis van het ontstaan van alles is een eenvoudige, d.w.z. voor mensen begrijpelijke, doch een feitelijke en historische weergave van daadwerkelijke gebeurtenissen. De schepping van Adam en Eva en de daarop volgende zondeval, zijn historische feitelijke gebeurtenissen. De dagen in Genesis komen niet overeen met geologische tijdperken, maar zijn 6 achtereenvolgende scheppingsdagen (normale dagen) van 24 uur. De Bijbel geeft geen enkele aanleiding om te twijfelen aan de duur van de scheppingsdagen. Overal wordt in de Bijbel gerefereerd aan het feit dat deze als normale dagen beschouwd worden (Vaak wordt als tegenargument aangehaald dat 'voor God een dag is als duizend jaar' en vice versa; maar dat beschouw ik als oneigenlijk gebruik om van de letterlijke duur van een dag van 24 uur af te komen). Er is geen enkele gegronde Bijbelse reden om te twijfelen aan de duur van een scheppingsdag (behalve dan dat men er moeite mee zou hebben dit te geloven). Men moet er dus daarom vanuit gaan dat het om normale dagen gaat. De restitutieleer, of Gap-theorie, die inhoudt dat er tussen Genesis 1:1 en 1:2 een lange periode wordt verondersteldt, een kloof (Eng. ‘gap’) van miljoenen of zelfs miljarden jaren, vindt geen enkele grond in de Schrift. Geestelijke schema's van symbolische of theologische aard mogen nooit dienen om dan maar inlegkunde op Genesis 1 of elders in de Schrift toe te passen. | De verschillende levensvormen (grondtypes), met inbegrip van de mens, zijn tot stand gekomen door directe scheppingsdaden van God, zoals eenvoudig beschreven in Genesis 1 en 2. Sinds de schepping heeft binnen elk grondtype slechts een beperkte biologische verandering plaats gevonden. De leerstellingen over de Schepper en de Schepping zijn onlosmakelijk verbonden met het Evangelie van Christus en kunnen daar onmogelijk van gescheiden worden. Evolutie sluit God volkomen buiten en is op geen enkele wijze te verenigen met schepping. Omgekeerd is ook waar. Schepping en Evolutie sluiten elkaar dus volledig uit. Een visie waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen theoretisch denken- en geloofsdenken of wel dat kennis en/of waarheid gesplitst zou kunnen worden in enerzijds seculier en anderzijds religieus wordt volledig afgewezen. Dit wordt namelijk vaak gebruikt om evolutie met geloof te verenigen. Dit is onverenigbaar, niet in de laatste plaats vanwege het eerste gebod: ‘Gij zult de Here uw God liefhebben met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand en geheel uw kracht. (Marcus 12:30) |
Bibliogie (leer der boeken) |
Algehele goddelijke inspiratie van de Schrift. Deze is inerrant (foutloos) in de originele geschriften en volledig, betrouwbaar en alle aanneming waard. De Bijbel is feitelijk historisch en de absolute Waarheid van de ene levende God van diezelfde Bijbel; het Woord van God. Er zijn geen tegenspraken in de Bijbel, want God kan niet liegen of zichzelf tegenspreken. We kunnen nu met volledige zekerheid vaststellen wat de tekst in originele geschrften was en afgezien van vertalingen en vertaalfouten weten we wat die tekst is en kunnen we dus zeggen dat we over het volledige Woord van God beschikken. Ik geloof niet, zoals sommigen beweren, dat God zijn Woord alleen bewaard zou hebben in de Reformatiebijbels en dat bijvoorbeeld alleen een bepaalde versie van de King James of Statenvertaling als Gods Woord kan worden beschouwd. Vertaalwerk is en blijft mensenwerk. De term 'bijbelgelovende christen', geïntroduceerd door Francis A. Schaeffer, lijkt in eerste instantie een wat vreemde en overbodige term, omdat men zou kunnen veronderstellen dat iedere christen volledig in de Bijbel gelooft. Dat zou zo moeten zijn inderdaad en kon men van oudsher verwachten. Helaas is het zo, in deze tijd, dat er steeds meer en in toenemende mate getwijfeld wordt aan het Woord van God en men deze eigenlijk niet meer voor de volle 100%, van kaft tot kaft, gelooft (vooral als het gaat om het interpreteren van Genesis onder invloed van de evolutietheorie of moderne theologie). Vaak doet men er in meer of mindere mate wat aan af, terwijl men zich toch nog steeds christen noemt. Zo zegt men bijvoorbeeld dat de interpretatie van Genesis niet meer het belangrijkste is, maar dat het voornamelijk zou gaan om de heilsfeiten (alsof die daar los van zouden kunnen staan). Ik ben in die zin een 'bijbelgelovend christen' (maar reken mijzelf niet tot die groep die zichzelf als zodanig, onder die titel, van andere Christenen onderscheidt); d.w.z. iemand die de bijbel van kaft tot kaft, van Genesis tot Openbaringen gelooft en letterlijk neemt (niet biblicistisch, niet starlettelijk; d.w.z. niet wanneer de Bijbel zelf aangeeft dat iets figuurlijk bedoeld is); zonder daar ook maar iets van af te doen of toe te voegen. |
De 66 boeken van de Bijbel zijn het geschreven Woord van God. De Bijbel is weliswaar door mensen geschreven, maar door God geïnspireerd en volledig onfeilbaar (foutloos en betrouwbaar). Dat wat de Bijbel verkondigt in de originele geschriften is voor 100% waar, foutloos, het Woord der Waarheid en geldt als het hoogste gezag als het gaat om geloof, gedrag en onderwijs. Sola Scriptura. Theologie, traditie en/of persoonlijke voorkeuren dan wel overtuigingen mogen geen enkele rol spelen en men moet de Bijbel zelf laten spreken. Alleen via een overgave en onderwerping aan Gods woord en het biddend lezen, onder de leiding van Gods Heilige Geest, in een houding van volledige gehoorzaamheid aan God in en een persoonlijk geloof in Jezus als redder en zaligmaker en door middel van Schrift met Schrift vergelijken, kan men de volledige waarheid in de Bijbel ontdekken. Helaas komt men vaak tot andere, onBijbelse inzichten, omdat bijvoorbeeld theologie, traditie, wetenschap en/of persoonlijke voorkeur/invulling veel meer leidend laat zijn dan men eigenlijk zelf wil toegeven. Of men stelt zich op een eenzijdig standpunt (denk bijvoorbeeld aan de leer van de predestinatie/uitverkiezing), terwijl de Bijbel een evenwichtig, maar voor ons mensen onbegrijpelijk, standpunt hanteert. Men moet deze dan niet tegen elkaar uitspelen (wat historisch (Arminius/Gomarus), en nog steeds, wel gebeurt), maar deze, ten opzichte van elkaar, in balans laten staan. |
Theologie (van het Grieks, Theos = God, logos = leer) |
Trinitarisch (trinitas= 3) | Ik geloof in de Drie-eenheid: één God in drie goddelijke Personen: Vader, Zoon en Heilige Geest. |
Antropologie (Antropos=mens, logos = leer; leer van/over de mens) |
De mens was goed geschapen en was goed tot aan de zondeval. Sinds de zondeval is de mens ‘van nature’ slecht. Iedere huidige mens is daarmee een zondaar, uit erve van Adam, maar ook individueel (door eigen keuze). Daardoor zijn allen onderworpen aan de toorn van God en Zijn veroordeling en kan niemand zich verontschuldigen. | Door de zondeval in de hof van Eden, zondigt de mens sindsdien. Hij is dus een zondaar. Dit wil niet zeggen dat er helemaal geen goede mensen meer zouden zijn in de menselijke zin gesproken. Iemand kan ondanks het feit dat hij een zondaar is nog wel degelijk iets goeds in zich hebben of goede daden verrichten (denk bijv. aan de barmhartige Samaritaan). Toch zijn goede daden geenzins een basis voor redding. Men kan daarmee het heil niet verdienen. |
Soteriologie (sootèr = redder; reddingsleer) |
Niet Calvinistisch en niet (strict) Arminiaans. Zowel Calvijn als Arminius hingen voornamelijk individuele uitverkiezing aan. Opmerkelijk is dat de Bijbel in het Nieuwe Testament voornamelijk spreekt over groepsuitverkiezing (als groep=Bruid/Gemeente); Van 'individuele uitverkiezing' is wel sprake, namelijk op grond van geloof in Jezus en omdat men dan deeluitmaakt van die uitverkozen groep gelovigen; de Gemeente (zie ook hier). Niemand kan komen tenzij de Vader hem trekt, maar vrije wil om gehoor te geven aan het Evangelie speelt ook weldegelijk een rol (indien iemand de deur opent...). Geen afval van heiligen. Geen Wesleyaanse heiligheid, en er is slechts redding mogelijk door geloof alléén (Sola Fide). |
De Bijbel spreekt over groepsuitverkiezing, en men kan niet concluderen dat er individuele uitverkiezing zou zijn, voor de grondlegging van de wereld. De Bijbels spreekt altijd in meervoud hierover; een groep, de gemeente, zijn Bruid. Van individuele uitverkiezing kan men daarom alleen spreken op grond van de voorwaarde van persoonlijk geloof in Jezus. Men kan dus pas zeggen individueel uitverkoren te zijn, als men weet dat hij of zij Christen is; dan maakt diegene immers onderdeel uit van die uitverkoren groep. Dus alleen op basis van de uitverkoren kwalificatie/status van die uitverkoren groep mag men zich uitverkoren noemen. Die groep was wel uitverkoren/gepland voor de schepping, maar de individuele personen niet; wie dat zijn, hangt immers af van persoonlijk geloof. Eenmaal wedergeborenen kunnen gelovigen niet meer verloren gaan. Er bestaat wel afval van belijders, zogenaamde naamchristenen. Een mens kan niet zondeloos of perfect worden in dit leven. |
Christologie (de leer over Christus) |
Jezus is de Christus, de Messias, zoals voorzegd in het Oude Testament. Volledig God en mens en de redder van verloren zondaren. Dat heil strekt zich in principe uit tot alle mensen, maar alleen zij die dit in geloof aanvaarden en Hem aannemen in hun hart (wedergeborenen) worden behouden. Zonder Jezus is er geen behoud. Hij is de weg, de waarheid en het leven en niemand komt tot de Vader dan door Hem. | Hij was en is de redder van het verloorne. Hij was en is volledig mens (uitgezonderd de zonde) en tevens volledig God. Hij kwam als historisch feit naar deze aarde. Werd mens om ons. Verwekt door de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria. Hij kwam om voor de mensheid te sterven om hen te verzoenen met God. Hij is daartoe gestorven aan het kruis, opgestaan uit de dood en opgevaren naar de hemel en is daar nu als mens met een verheerlijkt lichaam aan de rechterhand van de Vader. Hij is het hoofd van de gemeente, de bruidegom, en zal de gemeente, zijn toekomstige bruid met zichzelf verenigen in de hemel als hij de gemeente tot zich neemt, alwaar de bruiloft van het Lam zal plaatsvinden. Allemaal feitelijk en letterlijk. |
Sacramentele theologie (theologie der sacramenten) | Geen sacramenten zoals gebruikelijk binnen de Katholieke kerk. Geen heilbrengende sacramenten. Doop en avondmaal alleen als tekenen van Gods bevestiging, ter bevestiging/bekrachtiging/getuigenis (doop) en ter herdenking (avondmaal). Beiden zijn door Jezus zelf ingesteld, niet door 'de Kerk'. | De doop is een volwassen (bewuste) doop op grond van het geloof van iemand en een openbaar getuigenis om Christus te willen volgen, waarmee de dopeling aangeeft met Christus te zijn begraven en opgestaan en in nieuwheid des levens voortaan met Hem te willen wandelen. Het avondmaal is een maal ter gedachtenis van het lijden en sterven van de Here Jezus, om zijn dood te verkonden totdat Hij komt. |
Pneumatologie (de leer over de Heilige Geest) |
De Heilige Geest maakt het mogelijk dat de zondaar berouw heeft, zich bekeert en gelooft in Jezus Christus. De Heilige Geest woont en werkt in iedere gelovige opdat deze de vruchten van gerechtigheid voortbrengt. Niet charismatisch/pentecostal. Realiteit van engelen, duivel en demonen. | Niet-Charismatisch/Pentecostal: Het geloof dat de bijzondere tekengaven van de Heilige Geest niet voortduren tot aan de tweede komst, maar een begeleidend fenomeen waren in de aanvangstijd (cessationistische visie), toen naast de Joden alle volken werden geroepen tot de Gemeente. Dit wil echter niet zeggen dat God geen wonderen of genezingen meer zou doen op grond van gebed, maar zeker niet op die schaal zoals dat plaats vond toen Jezus op aarde wandelde en daarmee aan de mensen zijn Godheid bewees. |
Mariologie (de leer over Maria) |
Uit Maria is Jezus (de verlosser), de Christus (de gezalfde), geboren. Maria is maagd, voor, tijdens en na de geboorte van Christus. Verder geen belangrijke rol voor Maria, laat staan Maria verering of bidden tot Maria. Niets van dat alles. Maria is geen moeder van God, maar was moeder van de mens Jezus, die tevens volledig God was. Het voert te ver om daar de conclusie uit te trekken dat Maria de moeder van God zou zijn. Maria was ook niet zonder erfzonde, of wel zonder zonde. De enige mens zonder zonde is de Here Jezus zelf. Geen onbevlekte ontvangenis dus, hetgeen inhoudt dat Maria zonder erfzonde zou zijn (en dus als het ware een uitzondering was op alle in zonde geboren mensen. (Het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis wordt vaak verward met een ander dogma: dat van de maagdelijkheid van Maria - dit betreft de geboorte van Jezus, zonder voorafgaande gemeenschap met een/haar man. Die maagdelijkheid erken ik wel, de onbevlekte ontvangenis (het zonder (erf-)zonde zijn) niet). Simpelweg omdat voor dat laatste de Bijbel geen enkele aanleiding geeft, sterker nog het duidelijk ontkracht (alleen Jezus was volgens de Bijbel zonder zonde, alle mensens zijn zondaren). Geen Maria ten hemelopneming. |
Maria was als moeder van Jezus uitverkoren en daarmee belangrijk, maar dat rechtvaardigt niet het bidden tot Maria. Er is maar één middelaar tussen God en mensen, de mens Jezus Christus. |
Ecclesiologie (leer over de kerk) |
De gemeente is het lichaam van Christus, waarvan Christus het hoofd is. Ieder die zich bekeert en wedergeboren is, iedere ware gelovige wordt automatisch ingelijfd bij de gemeente en wordt een volwaardig lid daarvan. Dat is in feite de enige bijbelse ‘kerk’ die er bestaat. | Er is geen enkel ander lidmaatschap nodig; sterker nog iedere extra vereiste werpt onnodige drempels op. De gemeente is geen plaatsvervanger van Israël, geen geestelijk Israël, maar heeft in tegenstelling tot Israël, die een aardse roeping heeft, een hemelse roeping. Een gelovige is een hemelburger en wacht een hemelse toekomst, als de bruid van Christus, die voor eeuwig met Hem verenigd zal worden in de hemel (letterlijk) Plaatselijke kerken met lidmaatschappen doen eigenlijk meer dan ze Bijbels gezien zouden mogen, want ze stellen extra aanvullende eisen om lid te worden en dat is onBijbels en zelfs sectarisch. Als iemand Christen is moet voldoende zijn. Waar 2 of drie gelovigen plaatselijk samen komen in zijn Naam daar is Hij in het midden en dan is dat een plaatselijke respresentatie van de éénheid van de gelovigen (die een lichaam zijn) en waar iedere gelovige welkom is. Een kerkelijk instituut of diens vertegenwoordiger kan het heil niet aan de mens geven, door sacramenten of laatste oliesel of wat dan ook. Alleen persoonlijk geloof in Jezus kan iemand redden. |
Eschatologie (leer over 'het laatste'/'de laatste dingen') |
Pré-millenialisme (pré-chiliasme), Pré-tributationisme, dispensationalisme, Geen annihilatie | Pre-Millennialisme: Het geloof in het nog toekomstige 1000-jarige vrederijk van Christus, genoemd in Openbaring 20, en dat dit volgt op Christus’ wederkomst, en dat de kerk dan in de hemel en Israël het middelpunt op aarde zal zijn. Dit verschilt van A-millennialisme of Post-Millennialisme. Pre-Tribulationalisme: Het geloof dat de opname zal plaatsvinden vóór het begin van de 7-jarige verdrukking. Dit verschilt van Mid-Tribulationisme en Post-Tribulationisme. Dispensationalisme: De leer dat Gods handelen met de mens verschillend is in verschillende dispensaties in de tijd. Deze dispensaties worden ook ‘bedelingen’ genoemd. Geen annihilatie: De verlorenen zullen niet vernietigd worden (annihilatie) maar blijven existeren wanneer ze in de ‘poel van vuur’ geworpen worden (Openbaring 20:10, 15). |
Seksuologie (Helaas is het nodig, in deze (eind)tijd, om hier duidelijk over te zijn, want vooral op dit punt is de Bijbelse leer voor velen tegenwoordig niet meer zo vanzelfsprekend) |
Het Bijbelse huwelijk is een verbond tussen een man en een vrouw. Seks is door God bedoeld te zijn tussen man en vrouw en wel binnen het huwelijk. Zo heeft God het ingesteld en ook heel duidelijk bedoeld (Genesis 2:21-24). Dat is wat normaal is. De Bijbel noemt homoseksueel gedrag 'tegennatuurlijk', 'schandelijk' (Romeinen 1:26,27, Romeinen 1:24-27) en zelfs 'een gruwel' (Leviticus 18:22). In de Bijbel is homoseksueel gedrag kenmerkend voor een mens en maatschappij die zich van God afkeert (Romeinen 1:21-28). Het verwerpen van God leidt tot een verkeerd denken en tot onbetamelijk gedrag. De eerste zondige hartstocht die in het Bijbelgedeelte wordt genoemd, is de homoseksuele begeerte (daar begint het mee) en (vervolgens) praktijk (Romeinen 1:26,27). Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart … Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke lusten, want hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke. Eveneens hebben de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkander ontbrand, als mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende en daardoor het welverdiende loon voor hun afdwaling in zichzelf ontvangende … En daar zij het verwerpelijk achtten God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan een verwerpelijk denken om te doen wat niet betaamt(Romeinen 1:21-28). Homoseksualiteit en het promoten daarvan is typerend voor een maatschappij die zich van God heeft afgekeerd en het accepteren van het bedrijven van homofilie verwerpt Gods scheppingsorde. Het ondermijnt het Bijbelse huwelijk en gezin. Het onteert ook het lichaam en bovendien sluit deze zonde de deur van de hemel voor zo iemand (1 Korintiers 6:9-11). Om het koninkrijk Gods straks binnen te mogen gaan, moet een mens zich van zijn zonden bekeren, waaronder homoseksuele seks. (1 Timotheus 1:8-10) Alleen als we ons bekeren van deze en soortgelijke zonden, kunnen we straks het Koninkrijk Gods binnengaan. We moeten ons er van afkeren en ze nalaten. Dat betekent dat een homoseksueel moet stoppen met de homoseksuele praktijk. En dat betekent ook dat hij de homoseksuele begeerte als zodanig als zondig moet verwerpen. Die zondige begeerte hoort bij de oude mens die met Christus gekruisigd en veroordeeld is (Romeinen 6:6, Galaten 5:24). |
Pastoraal betekent dit dat een homoseksueel moet stoppen met de homoseksuele praktijk. Als dit niet het geval is en iemand blijft wat dat betreft in zonde leven, dan dient de Bijbelse tucht toegepast te worden, net als bij andere gevallen waar in zonde geleefd wordt. Als iemand dus praktiserend homofiel is, dan is een toelating tot het avondmaal sowieso uitgesloten. Sterker nog, een (kerkelijke-) gemeente mag bovendien niet toestaan dat gemeenteleden in openlijke zonde leven en dit is dan dus reden voor uitsluiting. Laat staan homo-huwelijken sluiten, getrouwde homostellen of samenwoning tolereren of situaties waarin men mag aannemen dat er sprake is van een seksuele uitoefeningspraktijk. De Bijbelse opdracht is: “doe wie niet deugt uit uw midden weg” (1 Korintiërs 5:13). Dat geldt voor alle openlijke zonde en dus ook voor het praktiseren van homoseksualiteit. Net zoals een gemeente niet kan toestaan dat gemeenteleden ongehuwd gaan samen wonen of seks voor het huwelijk bedrijven, zo kan een gemeente ook niet toestaan dat gemeenteleden een homoseksuele relatie hebben (getrouwd dan wel ongetrouwd). Het wegredeneren van wat de Bijbel zegt over homofilie dan wel het normale huwelijk tussen man en vrouw, waarmee of wel 'homofiele relaties' dan wel 'samenwonen' of 'voor- of buitenechtelijke seks' wordt goedgekeurd, is volstrekt ongepast en komt voort uit onBijbelse inlegkunde. Dit is overduidelijk niet wat de Bijbel leert. De Bijbel leert dat er maar één plaats is voor seks: en dat is in de normale echtelijke relatie, de gemeenschap tussen man en vrouw binnen het huwelijk. |