English translation flag

Het begin.

Ik ben de alfa en de omega, zegt de Heer, God, Hij die is en die was en die komt, de Almachtige.(Revelation 1:8)

de Griekse hoofdletter Alfa; tevens de Latijnse en daarvan weer afgeleid onze hoofdletter A.
De Griekse hoofdletter Alfa; tevens de Latijnse en daarvan weer afgeleid onze hoofdletter A.

En Hij zei tot mij: Zij zijn gebeurd! Ik ben de Alfa en de Omega, het begin en het einde. Ik zal hem die dorst heeft, geven uit de bron van het water van het leven om niet.(Revelation 21:6, Revelation 22:13) En tot Mozes zei God: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden.(Exodus 3:13-14)

God staat, volgens de Bijbel, aan het begin en einde van alle dingen; Menselijk gezien hebben dingen altijd een beginpunt en een eindpunt. Vanuit ons gezichtspunt is de Bijbel ook geschreven en van daaruit gezien is er dus altijd een begin en eind. Tegelijkertijd overstijgt God zelf die geschapen dingen. God zelf heeft dus geen begin en eindpunt. Dat is voor ons mensen heel moeilijk voor te stellen en lijkt daarom onmogelijk voor ons, omdat wij dat niet kennen en daarom ook niet kunnen begrijpen, wat nog niet wil zeggen dat het niet waar zou kunnen zijn. God is zonder begin en einde, zegt de Bijbel, van eeuwigheid tot eeuwigheid is hij God (Isaiah 43:10-13). Hij is er altijd geweest en zal er ook altijd zijn. God is eeuwig en de veroorzaker van alles wat wij kennen.

Voor wat betreft ons mensen: wij hebben een tweeledig beginpunt; ten eerste namelijk als mens in algemene zin, door de schepping van de eerste mensen; Adam en Eva. Ten tweede natuurlijk vanaf ons eerste begin als persoon; niet na onze geboorte (!), zoals de meesten zullen zeggen/denken, maar al voor onze geboorte, namelijk in de buik van de moeder; als vormeloos begin (Psalm 139:16). Wij als persoon hebben echter, volgens de Bijbel geen eindpunt. We zullen eeuwig blijven voortbestaan1; of, uiteindelijk, in de hemel, of op de nieuwe aarde, in beide gevallen met God, of in de hel; voor eeuwig verwijderd van God.

Maar, zullen sommigen zeggen, als we één ding zeker weten dan is het dat we allemaal dood gaan. Ja, dat is onze aardse dood, het moment waarop de tent waarin we wonen, ons lichaam, wordt afgebroken (2 Corinthians 5:1-5; 2 Peter 1:13-14). Ons lichaam wordt in de Bijbel voorgesteld als een tent, een tijdelijke woonplaats die we verlaten kunnen. Met onze aardse dood2 houdt het echter niet op, zoals velen wel denken/geloven.3 (Luke 16: 22-31, Matthew 28: 5-6, John 5:28; 1 Corinthians 15:21-22, Philippians 1:23)

Onze wereld, onze aarde en het heelal is volgens de Bijbel (Genesis 1 en 2) begonnen doordat God deze in zes dagen schiep (Ik geloof dat). Dat heeft zo'n 6000 jaar geleden plaats gevonden. Die leeftijd kan bepaald worden aan de hand van geslachtsregisters in de Bijbel. Dat daar tegenwoordig volop aan getwijfeld wordt, ook door christenen, is duidelijk, niet in de laatste plaats veroorzaakt door de invloed van de wetenschap en de evolutietheorie. Ik zal daar apart op ingaan (zie menu links).

Voor wat betreft het einde van onze huidige wereld, zegt de Bijbel dat die zal vergaan; er zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komen (Mattew 5:18, Matthew 24:35, 2 Peter 3:10, Revelation 20:11, Revelation 21:1). De nieuwe aarde zal wel eeuwig zijn, want Christus' regering zal nooit ophouden (Daniel 2:44, 7:14). Het kent geen aftakeling en het wordt ook niet door een ander rijk vervangen. Het is eeuwig. Het enige dat verandert is dat de christocratie van het (duizendjarig) rijk over zal gaan in de volle theocratie als de periode van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde aanbreekt (1 Corinthians 15:24-28). Christus blijft dan, zoals al bleek uit Daniël, echter nog steeds regeren. Als God dan 'alles en in allen is', dan betreft dat de drie-enige God, maar in wezen verandert het Koninkrijk dan dus niet.

Footnotes:

1. Dit is niet hetzelfde als 'eeuwig leven'. 'Eeuwig leven' duidt volgens de bijbel niet op een kwantiteit maar op een kwaliteit; namelijk een voor altijd leven met of in gemeenschap met God. Dit is niet voor iedereen weggelegd. Je moet in Jezus geloven om het te bezitten. Zie 1 John 5:11-13, John 3:14-18 en John 3:36. Dat eeuwig leven gaat ook niet pas in na de dood, maar dat krijg je, dat heb je al op het moment dat je Christen wordt. De tegenhanger van 'eeuwig leven' is de 'eeuwige dood', een eeuwig voortbestaan voorgoed gescheiden van God.
2. Er zijn drie aspecten van 'dood' zijn. a) Onze aardse dood door sterven, d.w.z. de lichamelijke of fysieke dood. b) Dood in overtredingen en zonden, dat is de geestelijke dood. De toestand waarin een ieder zich bevindt die zich nog niet bekeerd heeft (Ephesians 2:1). c) Dood door eeuwig oordeel. De eeuwige dood, de tweede dood, de poel des vuurs; de hel. Er is geen leven na de tweede dood. Gelovigen maken 1e en 2e aspect mee, maar niet het derde aspect (Revelation 2:11, Revelation 20:6).
3. Dit komt voort uit het verlichtingsdenken, waarbij men, dankzij de Verlichting, alles wat wonderlijk is of zich buiten ons waarnemingsvermogen bevindt voor onmogelijk, onredelijk en dus onwaar houdt. Men heeft voor zich het rationalisme als het ware tot god gekroond. Na de dood kunnen we niet meten en dus niets over weten en daarom gaat men er gevoeglijk vanuit dat het na de dood simpelweg ophoudt.