De BijbelBijbel komt van het Griekse woord biblia, wat 'boeken' betekent. Dat klopt precies, want de Bijbel is een verzameling van 66 boeken; 39 boeken in het Oude Testament (OT) en 27 in het Nieuwe Testament (NT). Waarom die tweedeling, vraagt u zich wellicht af? Dat heeft maken met het volgende. In het OT gaat het voornamelijk over het volk van God, de Israëlieten, die onder de wet leefden. Dat wil zeggen dat God met zijn volk een verbond had gesloten, hetgeen o.a. een aantal wetten en leefwijzen omvatte waar het volk zich aan diende te houden (het oude verbond). Testament betekent verbond. Het NT benadrukt dat de wet (OT) is vervuld (niet afgeschaft: Matthew 5:17-18) in Christus en dat er een nieuw tijdperk is ingegaan, namelijk het tijdperk van de genade (het nieuwe verbond). Vandaar waarschijnlijk deze splitsing tussen Oude en Nieuwe Testament1. Een meer praktische verklaring is dat het OT allang af was en dat de delen van het NT veel later zijn ontstaan en toegevoegd. Ze vormen gezamenlijk de Bijbel. Joodse mensen erkennen echter over het algemeen de Here Jezus niet als de Messias, ze verwachten die nog steeds. Dat is dan ook de reden dat ze het Nieuwe Testament niet als Gods woord beschouwen, maar alleen het Oude Testament (de Tenach, die qua inhoud overigens exact hetzelfde is als het OT; behalve qua indeling). Ze begrepen heel goed dat het Nieuwe Testament onlosmakelijk met Jezus van Nazareth verbonden is en daarom heeft men het NT in zijn geheel verworpen. Men ziet het NT vooral als de toevoeging van en door christenen, terwijl het juist een door en door joods deel is, geschreven ook door Joodse mensen. Ik ben er van overtuigd dat de gehele Bijbel, dus zowel het OT als het NT, Gods woord is en niet los van elkaar kan worden gezien, maar onlosmakelijk bij elkaar hoort, zoals de Bijbel ook zelf verklaart (John 10:35). Het één valt trouwens ook helemaal niet goed zonder het ander te begrijpen en dat komt omdat beide delen sterk naar elkaar verwijzen, omdat ze in alles met elkaar te maken hebben. Het OT zit vol vooruitwijzingen (naar Jezus en zijn verlossingswerk) en het NT boordevol terugverwijzingen naar het OT (vervullingen) (zie ook punt 8 van 'Het unieke van de Bijbel'. Dat is mijns inziens geen toeval. Hoe dat mogelijk is, moet te maken hebben met het feit dat God Zelf de woorden aan de verschillende schrijvers heeft ingegeven (Goddelijk geïnspireerd door de Heilige Geest), zoals dat in 2 Peter 1:21 staat. De gedachte die door sommigen wel eens geopperd wordt, namelijk dat er later naar toegewerkt zou zijn om de profetieën te doen vervullen is niet serieus te nemen. Er zijn te veel toevalligheden en onwaarschijnlijkheden die op die manier niet bevredigend beantwoord kunnen worden. De schrijvers van de Bijbel waren doorgaans mannen met verschillende beroepen, geleerden en nietgeleerden. Veelal volslagen onbekenden van elkaar, vaak ook in totaal verschillende en van elkaar gescheiden periodes levend. Dat in ogenschouw nemend, is de eenheid en de duidelijke lijn die er in de Bijbel te vinden is verbazingwekkend groot. Wat is dan die lijn die er in de Bijbel te ontdekken valt?De rode draad is dat het OT, zowel in beelden als leefwijzen, verbonden, offerwijzen, gebeurtenissen die plaats vinden, profetieën en in bepaalde personen grotendeels en in zeer sterke mate vooruit wijst naar het verzoenend werk/offer van de Here Jezus als de beloofde Messias. Het OT getuigt in alles van Hem (John 5:39). Dat blijkt gelijk al in het eerst bijbelboek Genesis, uit de vervloeking die God, na de zondeval, over de slang uitspreekt (Genesis 3:15). Dat Jezus Christus tot dit doel gekomen is onmiskenbaar. Hij kwam om de zonde weg te doen en de macht van satan te vernietigen en om de dood te overwinnen. Dat onderscheidt Hem van ieder ander mens, die geleefd heeft. Deze voorspelling duidt tevens de Heer Jezus aan als 'het zaad van de vrouw'. We zien hier de voorzegging van zijn geboorte uit een vrouw, een maagd zelfs, zoals later zou blijken in Isaiah 7:14. Het was helemaal niet zo vanzelfsprekend dat de Messias, die zou komen, uit een maagd geboren zou worden. In tegendeel. Joden geloven tot op de dag van vandaag helemaal niet dat God ooit een lichamelijke vorm aanneemt of aangenomen heeft, want die geloven in één God die in de hemel is (en blijft) en niet als Goddelijke drie-eenheid. Daardoor menen ze dat Jezus de Messias ook nooit geweest kan zijn (terwijl hun eigen boek daar toch zo duidelijk van getuigt; het is hun traditie en 'theologie' die de (afwijzende) doorslag geeft ten opzichte van een gewoon simpel en eerlijk laten spreken van Gods Woord). De Messias die ze nog steeds verwachten kan in hun beleving dus ook nooit God of goddelijk zijn. Het valt echter niet te ontkennen dat de verwijzingen klip en klaar zijn; alleen men kijkt er door een totaal andere bril naar en daardoor geeft men er ook steevast een andere draai aan. In datzelfde oude boek der Joden (OT) vinden we volop meerdere aanwijzingen wie de Christus zou zijn. Bijvoorbeeld als Noach zijn drie zonen Sem, Cham en Jafeth zegent, dan zegent hij Sem met de woorden: "Gezegend zij de Here (Jawhe) de God (Elohim) van Sem" (Genesis 9:26). Elohim is de naam voor God en Jawhe is verbonden aan Gods betrekking met Israël. Hieraan zien we al dat de Messias een Semiet moest zijn. Vervolgens wordt Abraham uit alle Semieten gekozen en geeft God hem de belofte: "En in uw zaad zullen alle volken der aarde gezegen worden". Vervolgens wordt Ismaël terzijde gezet en wordt Izaäk verkozen. Uit Izaäk zijn twee zonen geboren en daarvan wijst God Jacob aan en tenslotte wordt weer uit de twaalf zonen van Jacob, Juda gekozen. Steeds nauwkeuriger werd de profetie. Door het hele OT heen werd de cirkel als het ware steeds kleiner. Genesis 49:10 zegt: "De scepter zal van Juda niet wijken noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat de Silo komt en hem zullen de volken gehoorzaam zijn”. De Hebreeënbrief vermeldt de vervulling van dit feit met de woorden: “Het is immers duidelijk, dat onze Heer uit Juda is gesproten” (Hebrews 7:14). In de tijd van koning David treedt de profeet Nathan op. Hij kondigt aan, dat David's zoon op zijn troon zal zitten en dat God hem tot vader en hij God tot zoon zal zijn. Salomo is een voorafschaduwing van Christus. In zijn volle betekenis slaat de profetie dan ook op Jezus Christus! Het Nieuwe Testament noemt Jezus op diverse plaatsen Overigens niet alleen de geboorte van de Messias, maar ook zijn lijden is duidelijk voorzegd: Dat hij veracht zou worden (Isaiah 53:3) en dat Hij zieken zou genezen. Dat Hij voor dertig zilverlingen (Zechariah 11:12) verraden zou worden door één van Zijn vrienden (Psalm 41:10). Dat Hij op een ezel Jeruzalem zou binnenrijden (Zechariah 9:9). Ook de tijd van Zijn overlevering is door Daniël voorzegd in zijn profetie over de zeventig (jaar)weken, en ook die is precies uitgekomen. Dat de Messias bespuugd zou worden (Matthew 27:30), was voorzegd door Jesaja (Isaiah 50:6). Zijn kruisdood (afwijkend van de normale doodstraf onder de Joden: de steniging) volgt uit de woorden van Psalm 22:17, waar sprake is van het doorboren van zijn handen en voeten. Dat ze Hem azijn te drinken zou geven (Psalm 69:22, Matthew 27:48). Zijn kruisiging tussen misdadigers en zijn begrafenis in het graf van een rijke man, in plaats van in het graf bij de misdadigers; het verloten van zijn kleren; het niet breken van zijn benen – wat bij de misdadigers wel gebeurde-, het doorsteken van zijn zijde. Het is allemaal in het Oude Testament voorzegd, en het Nieuwe Testament laat zien hoe al deze voorzeggingen (en nog vele andere) stuk voor stuk zijn uitgekomen. Het Joodse volk heeft zijn Messias verworpen en daardoor is het heil tot de volken gekomen. Ditzelfde Joodse volk is overigens mede een aanwijzing voor de goddelijke "afkomst" van de Bijbel. De verstrooiïng van het volk, de Jodenhaat met alle vervolgingen, zijn ook aangekondigd in de Bijbel. Net zoals de (massale) terugkeer naar hun land, zoals we die de laatste decennia met eigen ogen hebben kunnen aanschouwen, zijn al eeuwen tevoren aangekondigd in de Bijbel. De gehele Bijbel, zowel het OT als het NT, spreekt over hoe de mens met God verzoend kan worden, namelijk door Jezus Christus. De Bijbel laat zien dat de mens niet gerechtvaardigd wordt door werken of door zich te houden aan bepaalde rituele voorschriften, maar alleen op grond van geloof. Met het opleggen van de wet (OT) wilde God duidelijk maken, dat de mens het niet van werken, maar van geloof hebben moet; dat de rechtvaardige door geloof zal leven (Habakkuk 2:4, Romans 1:17, Galatians 3:11 en Hebrews 10:38). Dat niet door het houden van de wet (OT), maar slechts door geloof in Jezus Christus (NT) er voor de mens redding is. De Bijbel wijst op maar één weg tot het heil en die loopt via Golgotha. Buiten Christus om kan niemand tot God naderen. Daarvan getuigt het OT en dat wordt bevestigd in het NT.
1Mogelijk heeft het ook te maken met de overheersende opvatting in de protestantse theologie dat het nieuwe verbond, het genadeverbond met de kerk gesloten zou zijn en dat dit in de plaats gekomen zou zijn van het oude verbond met Israël (hetgeen ik niet onderschrijf).
2Men zou kunnen denken dat scharlaken een negatieve betekenis heeft, omdat het in de genoemde teksten voor zonden wordt gebruikt, maar dat is niet het geval. De bedoeling is om een contrast duidelijk te maken. Een rode kleur is namelijk heel moeilijk te bleken. Zonden zo rood als scharlaken (rode wol) kun je menselijk gesproken niet wit maken (witte wol). God kan dat echter wel. Hij maakt die rode zonden zo wit als de sneeuw. Ook gaat het niet om een slechte of verwerpelijke stof, maar juist om een kostbare stof, zoals ondermeer blijkt uit 2 Samuel 1:24. Ook uit Revelation 17:4, Revelation 18:12, Revelation 18:16).
|