English translation flag

Hoe zit het met de wetenschap?

In discussies met (atheïstische) wetenschappers blijken dezen vaak geneigd te zijn om alles zo veel mogelijk te willen inpassen in het beperkte gezichtspunt van de menselijke (naturalistische) ratio, namelijk die van het wetenschappelijk denken en de daarin geldende opvattingen. Zo wil men, ook als het om God gaat, Hem als het ware 'in een doosje vangen' om proefondervindelijk, bij herhaling, te kunnen testen of hij al dan niet bestaat. Echter, als God is wie Hij is, dan is het niet zo vreemd om te veronderstellen dat Hij dat alles ver te boven gaat en dus is het een onredelijke eis om God te willen vangen in de beperktheid van ons menselijke denken en onze eigen gekende empirie en daartoe gerelateerde overtuigingen.

Alles wat men niet kan begrijpen of verklaren wordt al snel afgedaan als wetenschappelijke onzin. "Het komt niet voor in de huidige werkelijkheid", zo beweert men. Het valt bovendien niet rationeel binnen ons denkvermogen en wetenschappelijke kennis te verklaren en dus kan men er niets mee en wil men er ook niets mee en men redeneert het vervolgens weg. Waarom zou men daar überhaupt rekening mee houden?, zo stelt men. Iemand kan wel van alles beweren, zoals het bestaan van kabouters, goblins etc, wat ook niet te bewijzen valt en men stelt vervolgens doodleuk dat het christelijk geloof zich op eenzelfde niveau bevindt; namelijk die van een verzonnen sprookje; een fabeltje. Waarom zou men zich bezig houden met zaken die niet te bewijzen noch te ontkrachten zijn? Men vergeet dan voor het gemak even dat alleen dat als bewijs door hen wordt geaccepteerd, wat binnen de eigen strikte normen en overtuigingen als 'algemeen geldig bewijs' wordt gezien. De vraag is of dat, in het geval van het christelijk geloof wel terecht is. Men kan toch niet om het feit heen dat, als de Bijbel waar is en dus historische betrouwbaar, dat God dan al krachtig en overtuigend bewezen heeft dat hij God is. Om dit als onzin af te doen, zou veeleer aan de beoordeelaar kunnen liggen dan dat de feiten niet overtuigend genoeg zouden zijn. Hij accepteert die namelijk simpelweg niet.

Afbeelding van een zwarte zwaan. Zwarte zwanen (wonderen) bestaan niet, want ik ken en zie normaal gesproken alleen maar witte zwanen (geen wonderen)
Een zwarte zwaan. In ons gebied een zeldzaamheid (ik kan me niet herinneren dat ik er ooit één in levende lijve heb gezien).

Als God zich aan mensen zou bewijzen, dan kan men zich afvragen of zo'n bewijs, met een dergelijke grondhouding ooit bij zulke mensen voor 'geldig' zou doorgaan. Ik denk het niet. Men accepteert immers geen feiten die men niet tot de 'normale' waarneembare feiten rekent (al zou men dat wel moeten, want het is empirische waarneembaar feit en dus een gegeven waar men niet omheen kan). Als bijvoorbeeld het waarnemen van een zwarte zwaan een voorbeeld van een waargenomen wonder zou zijn, dan blijft men toch overtuigd van het feit dat er alleen maar witte zwanen (geen wonderen) bestaan, waarmee het feitelijk zien van een zwarte zwaan, een wonder, nooit als geldige reden geaccepteerd zou worden om de theorie van het bestaan van alleen witte zwanen te falsifiëren; men laat de waarneming van een zwarte zwaan (een wonder) dan niet eens als, een weliswaar onverklaarbaar, maar toch waargenomen feit staan. Nee, in plaats daarvan redeneert men het weg, laat staan dat men het als een serieus bewijs ziet voor het bestaan van zwarte zwanen (dat wonderen bestaan); hij zal wel met olie of roet besmeurt zijn of zoiets). Met andere woorden; de waarneming is dus eigenlijk zeer gekleurd en men wil alleen maar dat zien wat past binnen het eigen denkkader. Wonderen passen daar niet in.

Wanneer God zich aan mensen wil bewijzen, dan moet hij zich toch op één of andere manier waarneembaar maken en bovendien overtuigend laten zien dat Hij God is. Als God zich buiten onze werkelijkheid bevindt en de oorzaak is van alle dingen, dan zou hij zich van buiten op 'bovennatuurlijke' wijze aan ons bekend maken. Hij zou zich van buitenaf aan ons openbaren, zodat niemand er omheen kan (dat is overigens ook de enige manier waarop er van een objectieve en absolute waarheid sprake kan zijn). Dat zou op zich heel overtuigend kunnen zijn, ware het niet dat dit voor zulke denkers al direct een probleem op levert; namelijk dat men niet erkent dat er ook maar iets is wat zich buiten onze werkelijkheid bevindt. "Als God geen onderdeel is van onze empirie, onze werkelijkheid, met andere woorden niet gewoon direct waarneembaar en, bij voorkeur, herhaaldelijk toetsbaar is, dan bestaat hij niet", zo redeneert men. 'Bovennatuurlijk' wordt niet geaccepteerd. Een eenmalig tijdelijk wonderbaarlijk verschijnsel doet daar, voor hun, helemaal niets aan af. Het valt immers niet te toetsen, zo beweert men. En, als het tegenwoordig nooit meer plaats vindt, volgens de eigen rationele waarnemingsnormen en dito beoordeling, en men dus niet 'met absolute zekerheid' vast kan stellen dat het ooit daadwerkelijk (verklaarbaar) heeft plaats gevonden, dan bestaat het dus niet en gaat men er vanuit dat het ook nooit heeft bestaan. Men gelooft dus gewoon per definitie niet in wonderen, omdat de rede het niet toelaat, want die heeft men 'heilig' verklaard.

Als God zich dan toch zou proberen te bewijzen door dingen te doen die wij mensen vanuit onszelf absoluut niet kunnen (hoe anders?), zoals bijvoorbeeld door iemand op laten staan uit de dood of Zelf op te staan uit de dood, dan is dat voor de post-moderne mens zeer problematisch. Het denken heeft zich sinds de Verlichting namelijk zodanig ontwikkeld dat nu algemeen geaccepteerd wordt dat wonderen als onmogelijk moeten worden beschouwd. Kortom: men accepteert het bewijs niet en is ten allen tijde zeer sceptisch en cynisch. De vraag is hoe God zich dan ooit overtuigend kan bewijzen? Als Hij iets zou doen wat binnen ons wereldbeeld past, wat wij allemaal kunnen bevatten, dan vervalt daarmee het bewijs dat Hij God zou zijn, want dat kunnen we dan immers allemaal en bovendien is het dan zo bijzonder niet. Doet hij iets wat buiten ons begrip valt, ook dan valt dat af. Met andere woorden: God is, op die manier, bij voorbaat kansloos en volledig buitengesloten. Als dat zo is, dan heeft men het rationeel menselijk denken dan tot (af)god en maatstaf verheven. God past daar niet meer in.

Stel dat Jezus in de huidige tijd zou leven en inderdaad die wonderen zou doen die Hij toen deed, dan zou men met zo'n grondhouding evenmin geloven. Het zou wel een stuk lastiger zijn, want men kan dan de feiten dan veel moeilijker ontkennen, net zoals destijds trouwens, maar men verzint ook dan wel weer een uitweg. Men zal ook dan, tegen de eigen zintuigelijke waarneming in, kunnen volhouden dat het een truc is, of dat diegene schijndood was, etc. Als men wil, is er altijd een uitvlucht mogelijk. Het is dan niet zozeer dat het werkelijke probleem in het gebrek aan bewijs zou liggen, maar veeleer aan het niet accepteren van enige vorm van Goddelijk bewijs die God aan ons kan laten zien (Hij zou zich overigens niet eens direct aan ons kunnen laten zien, want niemand kan God zien en het overleven, zo zegt de Bijbel (Exodus 33:20); dus God moet zich in zekere zin nog inhouden ook).

Als de Bijbel van kaft to kaft waar zou zijn, inclusief alle wonderen, dan heeft men een probleem. De claims die daarin gedaan worden zijn namelijk zo krachtig en exclusief, dat dit niemand onberoerd kan laten en het dwingt een ieder, niemand uitgesloten, tot een persoonlijke keuze. Of het is de absolute waarheid of het is absolute en belachelijke onzin. Ook vanwege dit sterk apellerende karakter van de Bijbel is er alles aan gedaan om deze ten ene male ontkrachten. Het zou een verzonnen boek zijn. Er zou achteraf naar zijn toegewerkt door rabbijnen, monniken, dan wel christenen. Het zou te veel lijken op andere volksverhalen/mythen/sagen en dus in geloofwaardigheid inboeten. "Er zijn te weinig historische bewijzen van Jezus bestaan, dan wel dood of opstanding, etc.", zo beweert men dan. Het getuigenis moet echter zo krachtig zijn geweest, en velen waren hier getuigen van, dat men er simpelweg niet omheen kon, omdat iedereen op zijn minst met de feiten in zijn maag zat (zoals het, ondanks strenge bewaking, verdwijnen van het lichaam van Christus) en het dus eeuwen lang totaal geen issue is geweest. Nu, in onze tijd, lijkt het voor de meesten zo absurd, dat men het achteloos terzijde werpt. Maar om dit nou alleen af te laten hangen van of men het kan bevatten of niet, is wel erg precair en hoogmoedig. Men wil de meest voor de hand liggende verklaring, nameljk dat Jezus inderdaad geleefd heeft en dat het gewoon waar is wat in de Bijbel staat, niet accepteren, simpelweg omdat de huidige rationele zienswijze, iemands eigen denken, het niet kan bevatten (en omdat men zich dan moet bekeren, wat inhoudt dat men moet erkennen dat men een zondaar is om zich vervolgens te bekeren).

Niet in de minste plaats heeft de evolutietheorie hier aan bijgedragen, met als wegbereider daarvoor de ontwikkelingen in de filosofie. Algemeen wordt nu door wetenschappers aangehangen dat de wereld ontstaan is via een Big Bang en vervolgens een proces van miljarden jaren pure willekeur, chaos en toeval, dat heet evolutie1. Men gaat zelfs zover te beweren dat dit inmiddels 'allang bewezen' is en een ieder die anders durft te beweren wordt als 'niet wetenschappelijk' of achterlijk beschouwd. Eigenlijk weet men wel dat dit niet klopt, want het is slechts een theorie, maar toch wordt dit het grote publiek en onze kinderen op scholen voorgehouden. Dit is de grootste leugen van de afgelopen eeuw en belemmert veel mensen te geloven. Immers, als evolutie bewezen is, dan is God in feite dood en bestaat Hij niet. Als Hij nog zou bestaan, dan is Hij op zijn minst niet de God die Hij claimt te zijn in de Bijbel en daar blijft dan effectief niet veel van over. Ook niet van het evangelie, want als er geen Adam was, maar apen, dan was er ook geen zondeval en waarom was het dan eigenlijk nodig dat Jezus voor onze zonden stierf? Een kenmerk van evolutie is dood en verderf via natuurlijke selectie; het recht van de sterkste en dus was de dood er allang en die kwam dan ook niet via de zondeval in de wereld. Met andere woorden, evolutie en geloof gaan totaal niet samen (ook al doet men verwoedde pogingen om dit, via onBijbelse inlegkunde, toch mogelijk te maken). Helaas lijken (moderne) theologen en predikanten wel de grootste omarmers van de evolutie-theorie en die hebben effectief vele pogingen ondernomen de Bijbel krachteloos te maken bij grote delen van de bevolking. Over wolven in schaapskleren gesproken.

Er is tegenwoordig ook bijna geen wetenschapper meer die niet in evolutie gelooft. Diegene die er nog voor uit durven komen, wordt het leven, als wetenschapper, praktisch onmogelijk gemaakt. Zo iemand wordt totaal niet serieus genomen en dat valt bijna niet vol te houden. De druk is daardoor bijna ondraaglijk hoog en de verleiding om een knieval te maken voor de wetenschap is dan ook bijzonder groot. Ook daarin geldt echter het lijden om Christus wil en moet men de schande van Christus hoger achten dan de eer van mensen en desnoods, als het niet meer gaat, maar een ander vak kiezen. Dat is altijd nog beter dan te buigen voor de wetenschap (lees evolutie). Wat dat betreft is het geloof in evolutie net een strenge religieuze sekte met sterke ongeschreven regels en heel veel groepsdruk. Je gelooft in evolutie en past je aan en doet volledig mee of je valt er volledig buiten en wordt door de groep totaal niet meer serieus genomen en geaccepteerd (effectief buitengesloten).

Helaas zijn we nu ook zo ver dat christenen, gesteund door steeds meer theologen en predikanten, de evolutietheorie zijn gaan omarmen. Zelfs in evangelische kringen is dit het geval en wordt het niet meer als tegenstrijdig met de Bijbel gezien. Ook bekende personen hebben hierin helaas het voortouw genomen. De geloofsbeleving wordt als het ware van ontstaansopvattingen losgemaakt en men houdt vol dat men prima in evolutie kan geloven en tegelijkertijd in de Bijbel en in Jezus' heilswerk en zelfs God nog 'als schepper' kan blijven zien (zij het dan in behoorlijk afgezwakte vorm, maar dat noemt men niet; wat zeer misleidend is, want anderen denken dan dat er niets veranderd is, maar dat is wel degelijk zo). De persoonlijke geloofsbeleving vindt men veel belangrijker en daar gaat het eigenlijk om, zo beweert men, en daarmee meent men de wetenschap met het geloof te hebben verenigd en het conflict eindelijk te hebben opgelost. Niets is echter minder waar, want het valt gewoonweg niet te rijmen en daarom leidt het uiteindelijk alleen maar tot nog grotere twijfel en de uiteindelijke afbraak van iemands persoonlijk geloof, of wat daar nog van over was, dan wel verhindering om te kunnen gaan geloven. Geloof en evolutie gaan simpelweg niet samen. Nooit. Uitgesloten. Puntuit. Dat weten evolutionisten trouwens allang, en in die zin kan een poging tot vereniging van Bijbel en evolutie bij hen een heimelijke en minachtende glimlach niet onderdrukken. De verlangde erkenning vindt men bij evolutionisten alsnog niet (eerder minachting voor het niet consequent zijn in gedrag en opvattingen; de tweeslachtige houding). Als men dan zo eerlijk is om voor evolutie uit te komen, dan moet men ook zo eerlijk durven zijn om de Bijbel als afgedaan te beschouwen. Het evangelie is dan daarmee nutteloos en krachteloos geworden. Het geloof is dan niet veel meer waard dan de waarde die het heeft als persoonlijk houvast en projectie van iemands kennelijke persoonlijk behoefte, waar men hoe dan ook nog steeds heel erg veel steun aan kan beleven. Echter, de Bijbel kan dan niet langer als historisch en feitelijk betrouwbaar worden beschouwd en daar gaat het dan ook niet meer om. Het geloof is dan verworden tot niet veel meer dan een persoonlijke fictie en houvast in bange dagen. De vaste Bijbelse grond is dan volledig weg.

Zeg ik dan dat wetenschap onzin is en ik alle wetenschappelijk onderzoek in twijfel trek? Nee. De wetenschap gaat uit van rationeel denken, logica en empirische bevindingen en op zich is daar niets mis mee, zolang het zich maar van zijn beperkingen en tekortkomingen bewust is en niet pretentieus wordt. Het is namelijk zo dat er bij wetenschapsuitoefening bepaalde moeilijkheden zijn, en die zitten in ongeschreven aannames, in subjectiviteit en in zaken die niet direct meer in de huidige empirie waarneembaar zijn, maar slechs herleidbaar zijn; zeker wanneer het gaat om oorsprongsvragen. Meetmethoden, waarneming en de interpretatie daarvan zijn altijd in zekere zin gekleurd door het theoretisch uitgangspunt. Zeker als men daar heilig in gelooft. Men moet bij bepaalde vormen van wetenschap dus niet gaan beweren dat dit tot waarheid leidt of tot bewijs, maar slechts tot bevestiging van een vooringenomen theorie, tot het tegendeel bewezen is. Bevestiging zegt echter niet zoveel. Hoe meer serieuze pogingen gedaan zijn tot het falsifiëren van een theorie en die allen daarin gefaald hebben, des te sterker en betrouwbaarder die theorie wordt.

De vraag is echter in hoeverre de wetenschap een theorie werkelijk wil falsifiëren, zeker met betrekking tot de evolutietheorie. Als men het al wil of er toevallig onbedoeld op een falsificatie stuit, dan zal men altijd een acceptabel alternatief definiëren wat toch weer past binnen hetzelfde kader. Liever dat dan weer terug te keren tot het alternatief; de Schepper van de Bijbel. Kortom: men zal zich altijd tot hulptheoriën blijven richten, die het mogelijk maken de evolutietheorie overeind te houden. Hetzelfde geldt overigens voor creationisme. Daar zal men, als het goed is, ook nooit de evolutietheorie accepteren, omdat men er van overtuigd is dat God de Schepper is. Evenzeer gelooft een evolutionist het tegendeel. Hoe het ook gegaan is, het kan en mag voor een evolutionist nooit God zijn. Dat is uitgesloten en men moet God er ten allen tijde buiten houden en dus ook diens oplossing van creatie/schepping.

Kan men met christelijke vooringenomenheid en geloof in een Schepper wetenschap bedrijven? Ja, dat kan prima, getuige ook de resultaten van christenwetenschappers als Newton en Blaise Pascal. Sterker nog, de huidige relatief jonge wetenschap rust op de resultaten en peilers van de christelijke wetenschapsbeoefenaars. Het probleem is dat christenwetenschappers over het algemeen wel volstrekt eerlijk zijn over hun uitgangspunten en vooringenomenheid, maar evolutionische wetenschappers daarentegen allerminst. Die laatsten blijven maar stug vol houden werkelijk objectief te zijn en betichten ondertussen christenen van pseudowetenschap vanwege hun vooringenomenheid. Het lijkt wel of zij het alleenrecht op objectiviteit bezitten. Zij zijn zelf echter op zijn minst even vooringenomen, namelijk de andere kant van de medaillie (het niet geloven en dus uitsluiten God), maar ontkennen dat gewoon ten stelligste. God en diens creatie, zoals de Bijbel die beschrijven in schepping en zondvloed zijn ten ene male als mogelijkheid uitgesloten. Hoe het ook gegaan zou zijn; dat nooit weer! Men weigert met die mogelijkheid rekening te houden, laat staan dat men dat als serieus alternatief wil onderzoeken. Ondertussen accepteren zij alleen wetenschappers die dezelfde opvattingen hebben en gedragen zich vervolgens als de strenge 'sekte der evolutionisten'. Vervolgens beweren zij dat hoe meer wetenschappers er net zo overdenken hoe betrouwbaarder het is. Is dat in dit geval ook zo?
De wetenschap is daarmee niet gediend, maar bovendien bevestigen zij zich daarmee alleen nog vooral in hun eigen gelijk, want andere opvattingen duldt men niet, tenzij die strookt met evolutie. Zodra een theorie riekt naar een Schepper of intelligent ontwerp dan is dat bij voorbaat verdacht (want een ontwerp schreeuwt om een ontwerper en dan beland je al snel bij God). Dat is toch op zijn minst opmerkelijk, niet wetenschappelijk ook, en staat bovendien nieuwe ontwikkelingen in de weg. Ook als alle feiten duiden op een intelligent ontwerp, en dat doen ze heel duidelijk volgens mij, dan wordt dat toch nooit of te nimmer toegegeven in de zin van serieus te onderzoeken optie. Men is dus zelf net zo zeer vooringenomen. Of men noemt evolutie en creationisme dan beide schijn-wetenschappen, of men erkent beide gelijkwaardig als wetenschap. Gelijke monikken, gelijke kappen, zou ik zeggen. Beiden verdienen een gelijkwaardige plaats en ook op scholen zal men op zijn minst beide kanten moeten belichten. Het is van den zotte dat op scholen de evolutietheorie gebracht zou worden als een bewezen feit. Dat is pure misleiding, is schadelijk en schandelijk en bovendien niet waar en dus een leugen. Helaas is dat wel de realiteit en ik beschouw dat als een teken van de eindtijd, waarin we volgens mij nu leven. Het lijkt er op dat evolutionisten hebben willen afrekenen met het christelijk geloof en helaas zijn zij daarin, geholpen door moderne theologen en predikanten, voor een groot deel geslaagd. Dat komt ook omdat sommige krachtige verdedigers van het christelijk geloof, die vroeger tevens nog vurige verdedigers van het creationisme waren, het af hebben laten weten en zich er kennelijk bij neer hebben gelegd of het allemaal niet meer zo belangrijk vinden. Ze zijn, om wat voor reden dan ook, min of meer afgehaakt. Dat maakt, onder andere, dat ik mij nu genoodzaakt voel in de pen te klimmen (hoewel ik sommigen van hen hier veel beter toe in staat acht).

Dus, de wetenschap heeft niet bewezen dat de aarde ontstaan is via evolutie, kan dat ook niet, maar claimt dit wel ten stelligste en velen geloven erin en dragen dit ook uit. Dat heeft geleid tot de valse, maar toch algemeen geaccepteerde hedendaagse opvatting dat evolutie 'een bewezen feit' zou zijn. Wetenschappers doen geen enkele poging om uit te leggen dat het beeld dat het beeld dat evolutie bewezen zou zijn eigenlijk niet klopt. De wetenschap wordt als het om oorsprongsvragen gaat totaal overschat en er wordt veel te veel waarde aan toegekend. Met dit evolutionistisch denken is men echter ook de Bijbel gaan beoordelen en daar bleef, zoals te verwachten valt, maar barweinig van over. In die zin is de wetenschap op dat punt, en vooral de waarde die daar de laatste decennia aan wordt toegekend, zeer schadelijk geweest voor het christelijk geloof. Daarom is apologetiek, de verdediging van het christelijk geloof, nu actueler en belangrijker dan ooit.

Voetnoot:

1. Ik weet maar al te goed dat, met name christenen, onderscheid maken tussen 'algehele evolutie', 'macro-evolutie' genaamd, en 'micro-evolutie'. Dat laatste wordt als bewezen geacht, omdat het de verklaring is voor het onstaan van variaties binnen hoofd-soorten (wat creationisten erkennen). Echter, dat onderscheid maken evolutionisten helemaal niet en die zien 'micro evolutie' juist als een belangrijk onderdeel, wat uiteindelijk de brug slaat naar algehele evolutie en die dit ook mogelijk maakt, d.w.z. van amoebe tot mens. Met andere woorden, voor een evolutionist is micro-evolutie een belangrijke verklaring voor macro-evolutie. Ik neem dus daarom liever niet de term micro-, dan wel macroevolutie in de hand, maar gebruik gewoon bewust de term 'evolutie' (in de zin van algehele evolutie), net zoals de evolutionist dat doet. Het probleem is, dat als je zegt dat micro-evolutie bewezen is, dit vanuit evolutionistisch oogpunt uitgelegd kan worden als een toegeven aan evolutie. Het schept verwarring en bovendien kan het psychologisch ook zo werken dat men dan inderdaad wel eens open zou kunnen gaan staan voor de idee van algehele evolutie (als een deel daarvan al bewezen is). Ik acht het gebruik van dit onderscheid en de terminologie dus zeer onwenselijk (ik weet niet wie dit onderscheid geïntroduceerd heeft, maar erg verstandig is het niet). Liever spreek ik, in plaats van micro-evolutie, van een ontwikkeling van het ontstaan van nieuwe variaties binnen hoofdsoorten/grondtypen door de werking van de genetica. Kortom: variatie (binnen een soort).